WAT IS EEN IMPLANTAAT?
Een implantaat kunt u het beste vergelijken met een kunstwortel. Een implantaat vervangt een afwezige tandwortel en wordt als een schroef in de kaak gebracht. Implantaten worden gemaakt van een lichaamsvriendelijk materiaal zoals titanium. Soms zijn ze voorzien van een keramische laag.
Het implantaat biedt houvast voor een kroon, brug of overkappingsprothese.
WANNEER WORDEN IMPLANTATEN TOEGEPAST?
WANNEER IS EEN BEHANDELING MET IMPLANTATEN MOGELIJK?
In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) een implantaat worden geplaatst. Voor een succesvolle behandeling moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen:
De tandarts beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het gezond is. Tegenwoordig is het mogelijk nieuw kaakbot te laten ontstaan op plaatsen waar er te weinig van is.
NB. Roken en bovenmatig alcoholgebruik hebben een zeer nadelige invloed op het succes van de behandeling.
HOE VERLOOPT DE BEHANDELING MET IMPLANTATEN?
Twee manieren van inbrengen
Uw tandarts of kaakchirurg overlegt met u welke aanpak in uw situatie de beste is.
De tandarts of kaakchirurg brengt de implantaten in.
Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens dezelfde behandeling ingebracht.
NA HET INBRENGEN VAN DE IMPLANTATEN
De ervaringen met de behandelingen zijn wisselend. Het bot zelf heeft geen gevoel, maar het tandvlees kan enigszins pijnlijk zijn. Daarvoor krijgt u zonodig een pijnstillend middel voorgeschreven.
Vaak is het verstandig gedurende één of twee weken na het aanbrengen van implantaten uw voeding aan te passen. Doe dit in overleg met uw tandarts of kaakchirurg. Drie tot zes maanden na het inbrengen is het implantaat stevig in het bot verankerd. U mag het implantaat in deze periode niet belasten. Een tijdelijk geplaatste voorziening waarborgt de kauwfunctie en de esthetiek zoveel mogelijk.
Nadat een of meer implantaten in het kaakbot zijn verankerd, plaatst de tandarts hierop de kroon, brug of prothese. Hij neemt daarvoor onder plaatselijke verdoving soms eerst een klein stukje van het tandvlees boven het implantaat weg.
MONDHYGIËNE BIJ IMPLANTATEN
Een implantaat onder een kroon of brug zit verankerd in het bot. Het is erg belangrijk dat u de overgang van de kroon of brug naar het tandvlees goed schoonmaakt. Poets dit gebied zorgvuldig met een zachte tandenborstel en gebruik tandenstokers, ragers en/of flossdraad. Bij een slechte mondhygiëne kunt u uw implantaat verliezen.
Implantaten die als pijlers dienen onder een overkappingsprothese maakt u schoon met een zachte tandenborstel, ragers en/of (super)flossdraad. Poets tweemaal per dag het deel van het implantaat dat boven het tandvlees uitsteekt. Besteed extra aandacht aan de overgang van het implantaat naar het tandvlees. Reinig de ruimte onder de spalk met ragers en/of superfloss op aanwijzing van uw tandarts of mondhygiënist. Als u voedselresten en plak rond de implantaten niet weghaalt, gaat het tandvlees ontsteken. Daardoor verliezen ze op den duur hun houvast, gaan ze los staan en kunnen ze pijn veroorzaken.
NAZORG BIJ IMPLANTATEN
Een goede dagelijkse mondhygiëne en regelmatige controle door de tandarts zijn noodzakelijk nadat uw implantaat is geplaatst. De tandarts of kaakchirurg geeft aan wanneer hij u wil terugzien voor controle. De tandarts besteedt bij de controle aandacht aan:
KOSTEN VAN IMPLANTATEN
Wat u moet betalen voor de behandeling is afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden en van uw ziektekostenverzekering. Vraag uw tandarts of kaakchirurg naar een offerte en bespreek die altijd met uw verzekeraar.